Arezzo is de meest oostelijk gelegen stad van Toscane, aan de grens met de Marche, Umbrië en Romagna. De provincie strekt zich uit over vijf verschillende geografische gebieden, die echter één kenmerk met elkaar gemeen hebben: hun grote bijdrage aan het culturele erfgoed van Toscane. Giorgio Vasari, Michelangelo, Paolo Uccello en Masaccio, Piero della Francesca en Francesco Petrarca zijn allemaal in de buurt van Arezzo geboren.

 

Arezzo is een stad met een eeuwenoude geschiedenis traditie: Etruskische en Griekse vondsten tonen aan dat de stad belangrijk was van de Ve tot de IIe eeuw v. Chr. Daarna was het een voorpost van Rome, maar tijdens de barbaarse tijd verloor het zijn belang.

 

Het komt weer tot bloei als belangrijk ambachtscentrum voor de “vazenproductie” in de elfde eeuw. De dertiende eeuw, het tijdperk van de stadstaten, is de meest glorieuze periode, die tot een eind kwam met de nederlaag van Campaldino (1289). Sinds die tijd volgde Arezzo tot 1860 de ontwikkeling van Florence op de voet.

 

De hele stad is het bezichtigen waard, vanaf de Corso Italia met zijn prachtige gebouwen, tot aan piazza San Francesco met de gelijknamige basiliek waarin de fresco’s van Piero della Francesca worden bewaard, vervolgens naar de Pieve (zeer waardevol voorbeeld van de Toscaans-romaanse bouwkunst) en ten slotte naar de Dom. Als u naar Arezzo gaat, mag u de antiekmarkt die iedere eerste zondag van de maand wordt gehouden op de piazza Grande niet missen.